EMU-saldo vanuit exploitatiesaldo | 2021 | 2020 | 2019 | 2018 | 2017 | 2016 | |
A | Exploitatiesaldo voor toevoeging aan c.q onttrekking uit reserves (BBV artikel 17c) | 3.856 | -5.447 | -2.467 | -1.641 | -1.183 | 3172 |
B | Mutatie (im)materiële vaste activa | -9.361 | 5.399 | 6.296 | -137 | -14.310 | 7773 |
C | Mutatie voorzieningen | -2.881 | -3.084 | -1.246 | -172 | 2.216 | -4508 |
D | Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie) | 1.831 | -15.260 | -6.590 | -7.390 | -3.475 | -3919 |
E | Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verkoop (im)materiële vaste activa | ||||||
Berekend EMU-saldo (A+C-D-B-E) | 8.505 | 1.330 | -3.419 | 5.714 | 18.818 | -5190 | |
EMU saldo referentiewaarde | -6.293 | -5.777 | -1.811 | -5.805 | -5.651 |
In bovenstaande tabel is het verloop van het EMU-saldo gedurende een aantal jaren te zien. Positieve EMU-saldi geven aan dat de gemeente via reële transacties meer geld binnen krijgt dan ze uitgeeft. Hierdoor ontstaat er ruimte voor aflossing van schulden en kan de reservepositie worden verbeterd. Een negatief saldo geeft het tegenovergestelde weer, er gaat meer geld uit dan er binnenkomt.
Indien het EMU-saldo meerdere jaren achtereen positief is, dan kan er sprake zijn van oppotten van gelden. Andersom geldt dat een meerjarig negatief saldo kan duiden op een structureel teveel spenderende gemeente. Beide scenario's zijn onwenselijk. Afwisseling tussen jaren van sparen en investeren is het wenselijke scenario.