Overzicht verbonden partijen

Werkvoorzieningschap Risse Groep voert namens de deelnemende gemeenten de Wet sociale werkvoorziening uit en biedt ondersteuning bij de uitvoering van de re-integratietaken op grond van de Participatiewet.

In 2021 heeft het bestuur van Risse Groep de toekomstvisie 2021-2030 vastgesteld die stapsgewijze vanaf 2022 zal worden uitgevoerd. Daarnaast is er per 1 januari 2022 een nieuwe gemeenschappelijke regeling van kracht.

De rijkssubsidie voor de uitvoering van de Wsw (oud) wordt via het Participatiebudget rechtstreeks aan de gemeente verstrekt. De gemeente stelt het budget vervolgens volledig ter beschikking aan het werkvoorzieningschap Risse Groep, dat de uitvoering verzorgt. De bezuinigingen op het Rijksbudget Wsw leiden sinds 2015 tot financiële tekorten bij Risse Groep, die sinds 2021 niet meer met het eigen weerstandsvermogen kunnen worden opvangen. Ter compensatie zijn er daarom meerjarig aanvullende gemeentelijke bijdragen in de begroting van de gemeente opgenomen, die op basis van de primaire en gewijzigde begroting zo nodig in positieve danwel negatieve zin moeten worden bijgesteld.

Nederland is ingedeeld in 25 veiligheidsregio's. In een veiligheidsregio wordt samengewerkt door verschillende besturen en diensten bij de uitvoering van taken op het terrein van brandweerzorg, rampen- en crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening, openbare orde en veiligheid.
Binnen de Veiligheidsregio Limburg-Noord werken brandweer, GGD en crisisbeheersing samen. Tevens is de veiligheidsregio een samenwerkingsverband tussen de politie, gemeenten, defensie. waterschappen Rijkswaterstaat, ambulancezorg Limburg-Noord en Prorail. Het doel van de samenwerking is gezamenlijke voorbereidingen treffen en de aanpak van een ramp of crisis gecoördineerd tot stand brengen.

Het jaar 2021 is het tweede coronajaar. De Veiligheidsregio Limburg-Noord is begin 2021 begonnen met een grote vaccinatiecampagne en eind september kwam de boostercampagne voor het eerst in beeld. Vaccineren liep als een rode draad door 2021, maar ook testen was nog een belangrijk onderdeel van het coronabeleid. Daarnaast heeft de Veiligheidsregio Limburg-Noord geïnvesteerd in een betere informatiepositie rondom risico’s en risicobeleving door inwoners. Fase 1 van het VIC (Veiligheids Informatie Centrum) project is voltooid en er is een programma voor fase 2 opgezet. De zomer van 2021 mag ook niet vergeten worden. Afgelopen zomer was er de grootste hoogwaterramp sinds 1995. Er was een forse stijging van de waterstanden in de Maas, zijrivieren en beken in Limburg. Er heeft veel afstemming en samenwerking plaatsgevonden met allerlei partijen in Limburg. Tot slot zijn er in 2021 meerdere nieuwe projecten gestart, zoals interregionale natuurbrandbeheersing, zijn er nieuwe scenario’s in de Risk Factory gemaakt en zijn er grote stappen gezet op het gebied van positieve gezondheid en centrum seksuele gezondheid.  

Net zoals de Covid- 19 pandemie een toonaangevende ontwikkeling was, vormt de Covid-19 pandemie ook een risico. Dit risico is erg diffuus, omdat niet goed is in te schatten welke financiële consequenties deze pandemie met zich mee draagt voor de Veiligheidsregio Limburg-Noord. Daarbij is het nog onduidelijk hoelang de pandemie blijft voortbestaan.

De Gemeenschappelijke Regeling Regionale Uitvoerings Dienst Limburg Noord (GRRUD LN) is met ingang van 1 januari 2018 praktisch van start gegaan met 15 Noord- en Midden Limburgse gemeenten en de provincie als deelnemers.
Binnen de huidige exploitatie is een post van € 50.000 opgenomen voor onvoorziene uitgaven. Bij het opstellen van de begroting 2022 zal de eventuele vorming van een algemene reserve worden meegenomen. Hiervoor wordt een verbeterde risico-inventarisatie als input meegenomen.

De grootste ontwikkeling voor de komende jaren is de inwerkingtreding van de Omgevingswet en de Wet Kwaliteitsborging. Het hieruit voortvloeiende digitale stelsel omgevingswet zal later dan voorzien worden geïmplementeerd.

De RUD beschikt over een post onvoorzien van € 50.000. Het is echter mogelijk dat de financiële gevolgen van de geinventariseerde risico’s daarmee niet afgedekt kunnen worden in enig jaar.
In beginsel hoeft de RUD LN dan niet zelf te beschikken over een buffer om deze financiële gevolgen op te vangen. Er kan immers een beroep gedaan worden op de deelnemers.
Een nadeel hiervan is echter dat een negatief exploitatieresultaat bij de deelnemers tot begrotingsoverschrijding zal leiden.

Omnibuzz regelt het doelgroepenvervoer voor inwoners van Weert met een mobiliteitsbeperking. De kosten worden uit het Wmo budget voldaan. Omdat gemeenten naast Wmo vervoer ook verantwoordelijk zijn voor andere vormen van doelgroepen-vervoer, zoals het Wmo begeleid vervoer (dagbesteding en dagopvang), het vervoer in het kader van de Jeugdwet en het leerlingenvervoer, wordt gestreefd naar een gefaseerde instroom van deze vervoersvormen om synergievoordelen te behalen.

Op verzoek van en in overleg met de deelnemende gemeenten is door Omnibuzz een pakket aan maatregelen uitgewerkt met als doel zowel de organisatie als de klant slimmer en efficiënter om te laten gaan met de beschikbare middelen.

Ondanks de stijging van de vervoersintensiteit is de kwaliteit van het vervoer uitstekend gebleven.
Op basis van de visie “Goed, veilig, betrouwbaar en betaalbaar doelgroepenvervoer voor nu en later” heeft Omnibuzz verder invulling gegeven aan de ambitie om te groeien tot een professionele regiecentrale.

Het jaar 2021 is in belangrijke mate ook nu weer bepaald door het Covid-19 virus. Hierdoor was het vervoer lager dan normaal.

De volgende bedrijfsrisico’s kunnen zich voordoen:
·   Bezuinigingen door gemeenten;
·   Uittreden van gemeenten uit de GR;
·   Beheersbaarheid van het vervoer;
·   Instromen overige vervoersvormen;
·   Procesrisico’s (uitvoering van taken omtrent regie en planning en beperkte bezetting);
·   Personele risico’s (beperkte bezetting/ kennis van het personeel);
·   ICT risico’s;
·   Financiële risico’s (inkoop, btw verhoging);
·   Kwaliteitsrisico’s  (kwaliteit van informatie en vervoerders).

Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW) is een zelfstandig samenwerkingsverband voor heffing en inning van gemeentelijke belastingen en waterschapsbelastingen en voor uitvoering van de wet WOZ (Wet Waardering Onroerende Zaken).
Het takenpakket bestrijkt de advisering en het opstellen van concept verordening(en), de opbouw van benodigde basisregistraties en het opleggen en innen van de aanslagen tot en met de dwanginvordering. Ook de afhandeling van klantreacties gedurende deze processtappen behoort tot het takenpakket.

De Covid-19 pandemie heeft invloed op de bedrijfsvoering van de BsGW. De negatieve effecten als gevolg van Covid-19 zijn met name toe te schrijven aan de inhuur van vervanging voor de door Covid-19 getroffen medewerkers. Daarnaast zijn extra kosten gemaakt ten aanzien van telefonie (doorschakelkosten, aanschaf mobiele telefoons, headsets), laptops om medewerkers thuis te kunnen laten werken, naast aanschaf en ontwikkelen van applicaties om digitaal te kunnen werken.

Tot slot zijn de opbrengsten uit hoofde van de vervolgingskosten lager uitgevallen dan begroot, als gevolg van met name het versturen van een vooraankondiging, om onze klanten niet onnodig in de ‘financiële’ problemen te brengen, naast het feit dat de overheidsvorderingen (vooralsnog) niet volledig konden worden opgelegd als gevolg van de toeslagenaffaire van de Belastingdienst en de gevolgen van Covid-19.

Het voornaamste risico dat voor de gemeente uit dit samenwerkingsverband voortkomt is de toenemende hoogte van de proceskosten in verband met het afhandelen van WOZ-bezwaarschriften en IT-ontwikkelkosten. Dit blijft een aandachtspunt. De financiële gevolgen van de Covid-19 pandemie zijn inmiddels inzichtelijk.

Risicobeheersing WOZ-proceskosten:
Bij het opmaken van de BsGW-begroting 2021 (februari 2020) en ook bij de vaststelling door het algemeen bestuur (juni 2020) was het nagenoeg onmogelijk om te kunnen voorzien hoe het aantal WOZ-bezwaren, en daarmee de proceskosten, zich zou ontwikkelen. Uitgangspunt voor de begroting 2021 was dan ook het aantal WOZ-bezwaren 2019, voor zowel de post proceskostenvergoeding als de extra formatie-inhuur. Dit betekent dat de voor 2021 gerealiseerde en verwachte cijfers materieel afwijken van de destijds opgestelde begroting.

Om het aantal ingediende WOZ-bezwaren en daarmee de proceskosten te reduceren, heeft BsGW in 2021 procesmatig ingezet op onder andere de volgende beheersacties:

- Door het plaatsen van een zogenaamde ‘Post-It’ bij de WOZ-waarde op het aanslagbiljet werden
  potentiële bezwaarmakers gestimuleerd eerst contact op te nemen met BsGW (flitsbezwaar);
- Door de oproep om eerst contact op te nemen met BsGW (flitsbezwaren);
- Vooroverleg met grote belanghebbenden, waaronder de woningcorporaties.
De oproep, om in eerste instantie rechtstreeks contact op te nemen met BsGW in plaats van meteen een ncnp-bedrijf in de arm te nemen, heeft met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid resultaat gehad: het aantal via een ncnp-bedrijf ingediende bezwaren is nagenoeg gelijk gebleven in 2021 terwijl dit aantal -een enkele uitzondering daargelaten- landelijk gezien nog steeds stijgt. Wel zijn er hierdoor in 2021 twee keer zoveel flitsbezwaren ontvangen ten opzichte van 2020. Ook de afhandeling van flitsbezwaren heeft (extra) capaciteit gekost.

Voor de aanslagoplegging 2022 heeft BsGW eind 2021 ingezet op uitbreiding van de voormelding WOZ-waarde. Hierbij worden burgers uitgenodigd om de WOZ-waarde voorafgaand aan de daadwerkelijke WOZ-beschikking/aanslagbiljet in te zien en daarop te reageren. Dit met als doel om het aantal WOZ-bezwaren in 2022 te reduceren of minder hard te laten doen stijgen.
De toename van het aantal ingediende WOZ-bezwaren (ten opzichte van 2019) plus bovenstaande beheersacties, hebben onvermijdelijk geleid tot extra kosten ten opzichte van de begroting 2021.

Oorzaken van de toegenomen proceskosten zijn met name de forse waardestijgingen, de wervings-en reclamecampagnes door de ncnp-bedrijven en de herhaalde lockdown, waardoor vermoedelijk meer belastingplichtigen zich de moeite nemen een WOZ-bezwaar in te dienen. Overigens is er wel sprake is van een afvlakking, mogelijk als gevolg van de extra communicatie van BsGW om bij een bezwaar rechtstreeks contact op te nemen met BsGW.
Daarnaast heeft ook BsGW te maken met krapte op de arbeidsmarkt, waardoor zij vacatureruimte niet tijdig kan opvullen en hierdoor extra kosten maakt als gevolg van duurdere inhuur.

In de raadsvergadering van 13 december 2017 heeft de gemeenteraad ingestemd met het oprichten van een gemeenschappelijke regeling ICT Noord- en Midden Limburg (ICT NML) in de vorm van een Bedrijfsvoeringsorganisatie (BVO) per 1 januari 2018.
Het doel van de samenwerking is: een flexibelere, efficiëntere en professionelere dienstverlening op het gebied van Informatie en Communicatie Technologie (ICT).

In de BVO vormen de gemeenten samen één bestuurslaag: het bestuur. De deelnemende gemeenten zijn: Roermond, Venlo, Weert, Nederweert, Asten en Someren.

Het vernieuwingsprogramma ICT NML 2.0, dat gericht was op harmonisering van de infrastructuur van de deelnemende partners, een verhoogd niveau van informatiebeveiliging, synergievoordelen en een bredere dienstverlening, is in 2020 afgerond.
De gemeenten Asten en Someren zijn per 1 januari 2021 toegetreden als deelnemer van de gemeenschappelijke regeling ICT NML.

De (financiële) risico's worden door ICT NML nauwkeurig in kaart gebracht. Bij de bepaling van het weerstandsvermogen (de relatie tussen de weerstandscapaciteit en alle risico’s
waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie) wordt dit nader geanalyseerd. De weerstandscapaciteit dient nog te worden opgebouwd.

Enexis beheert het energienetwerk in Noord-, Oost- en Zuid-Nederland voor de aansluiting van ongeveer 2,7 miljoen huishoudens, bedrijven en overheden. De netbeheerderstaak is een publiek belang, wettelijk geregeld met o.a. toezicht vanuit de Autoriteit Consument en Markt.
De vennootschap heeft ten doel het realiseren van een duurzame energievoorziening door state of the art dienstverlening en netwerken en door regie te nemen in innovatieve oplossingen. Dit om de energietransitie te versnellen én excellent netbeheer uit te voeren.

Er is een stijgend aanbod van elektriciteit doordat klanten duurzaam opgewekte energie terugleveren. Er is echter ook steeds meer behoefte aan elektriciteit.
Enexis Groep wil de Nederlandse klimaatdoelen halen en werkt daar actief aan. Dat levert de komende jaren veel werk op, maar er is sprake van een tekort aan technisch personeel en lange doorlooptijden door vergunningen en inspraakprocedures. Meer regie vanuit de overheid en heldere prioriteiten zijn nodig om slimme keuzes te maken voor de inrichting van het energiesysteem van de toekomst.

Factoren die de ontwikkeling van de winst de komende jaren fors zullen beïnvloeden zijn:
De meerjaren dalende renteontwikkeling heeft een na-ijlend effect op de ‘weighted average cost of capital’ (WACC). De ACM gebruikt de WACC om de toegestane tarieven, omzet en redelijke netto winst (passend bij de maatschappelijke taak en het gereguleerde risicoprofiel) te bepalen. Dat betekent in combinatie met de voorfinanciering van TenneT kosten en hogere investeringen, dat er in ieder geval vanaf de volgende reguleringsperiode (startend in 2022) sprake zal zijn van een daling van inkomsten en winst.
Vooralsnog kan Enexis de stijgende uitgaven opvangen door haar solide financiële positie.
Naast financiële risico's bestaat er ook het risico op ontoereikende capaciteit.

NV Waterleiding Maatschappij Limburg (WML) is de drinkwater leverancier voor alle, ruim 500.000 huishoudens in Limburg. Daarnaast levert WML leidingwater aan zo'n 14.000 bedrijven.

WML is geconfronteerd met een optelsom van meerdere veranderingen in de financieringsmarkt die het speelveld en de spelregels sterk hebben veranderd. Daarnaast is WML geconfronteerd met enerzijds strenger geworden voorwaarden in de financieringsmarkt en anderzijds ratio’s die niet eerder voor WML aan de orde waren.
Zo is de leverage ratio een nieuwe voor WML en tevens primaire ratio geworden in de beoordeling van de financierbaarheid van WML door banken en financiers. Bij een onveranderd financieel beleid ontwikkelt deze ratio zich naar een voor de banken en financiers onacceptabel hoog niveau, waardoor geen leningen meer verstrekt worden. Hierdoor komt WML op korte termijn in financieringsproblemen. Om de financierbaarheid op de zeer korte termijn én lange termijn veilig te stellen, ziet WML zich genoodzaakt om haar financiële ratio’s tijdig en voldoende te verbeteren, waaronder de leverage ratio. Middels een herijking van het financieel beleid kan WML deze verbeteringen realiseren en kan zij de financierbaarheid veiligstellen.

Onzekerheid toekomstige financieringen doordat de BNG Bank stopt met financieringen in de drinkwatersector.

BNG Bank streeft niet naar winstmaximalisatie, maar naar maatschappelijke impact en een redelijk rendement voor de aandeelhoudende overheden. De totale langlopende kredietportefeuille blijft stabiel op € 86,1 miljard. De omvang van nieuw verstrekte langlopende kredieten bedroeg € 5,6 miljard (bron: Halfjaarbericht 2021 BNG Bank).

Gedurende 2021 hebben zich geen veranderingen voorgedaan in de belangen van aandeelhouders in BNG Bank.
De lage rentetarieven hadden een drukkend effect op de financiële resultaten.
De nettowinst van BNG Bank over het eerste halfjaar van 2021 bedraagt € 187 miljoen. De stijging van € 87 miljoen ten opzichte van het eerste halfjaar in 2020 is het gevolg van afnemende effecten van de Covid-19-pandemie op de economie van de westerse landen. (bron (halfjaarbericht 2021 BNG).

• Alternatieve financieringsmogelijkheden voor klanten bij nieuwe instituties op de markt.
• Afname prijsvoordeel door huidige kapitaalmarktomstandigheden in combinatie met schaalgrootte concurrenten.
• Beperking klantenkring door terugtredende overheid als garantieverstrekker in combinatie met statutaire beperkingen.

Tot de taken behoort advisering aan gemeenten over verwerking van afval.

De huidige verwerkingscontracten voor PMD, GFT en Restafval eindigen per 31/12/2023. In 2019 heeft ASL een nieuwe visie vastgesteld, die draait om de drie kernwoorden ‘samen’, ‘circulair’ en ‘grensverleggend’.
Er zijn 3 programmalijnen opgesteld. Tijdens de ALV van 10 september 2021 is besloten deze 3 programmalijnen inclusief de aanbestedingsstrategie op basis van de genoemde uitgangspunten, ambities en methode verder uit te werken.

De VNG werkt aan een krachtige lokale overheid. Dat doet ze door agenda-settend te zijn op voor gemeenten relevante vraagstukken en ontwikkelingen, en door de lokale uitvoering centraal te stellen bij maatschappelijk opgaven.
Alle gemeenten van Nederland zijn lid van de VNG. Daarnaast behoren ook de gewesten Aruba en Curaçao en de bijzondere gemeenten Bonaire, Saba en Sint Eustatius tot de vereniging.
De drie pijlers kennisdeling, belangenbehartiging en dienstverlening vormen de basis van de vereniging.

Geen bijzonderheden.

1.Regisseur en trekker voor een beperkt aantal prioritaire thema’s;
2.Regietafel/-platform, verbinder, aanjager om de informatie-uitwisseling, beleidsafstemming en samenwerking tussen gemeenten breed te faciliteren.

In de periode 2019/2020 is de samenwerking in het kader van de Samenwerking Midden-Limburg (SML) geëvalueerd. Op grond van de evaluatie en de daaraan verbonden conclusies aangaande het koersdocument SML (collegebesluit 5 januari 2021) is een doorstart gemaakt. Daarbij is één van de voornemens om dit jaar een Investeringsagenda Midden-Limburg op te stellen, samen met een aantal partnerorganisaties in Midden-Limburg: Keyport, Ons Waardevol Cultuur Landschap (WCL), Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg (OML), Platform Vitale Landbouw en Taskforce Corona Midden-Limburg.

In de regio van Keyport komen projecten sneller van de grond door nauwe samenwerking tussen ondernemers, overheid en onderwijs. Keyport is actief in tal van projecten die een bijdrage leveren aan het verbeteren van de aansluiting tussen onderwijs en de arbeidsmarkt.

Covid-19 heeft ook in 2021 een grote impact gehad op de Keyport projecten. De mate waarin wordt in 2022 duidelijk als de voortgang van het Routeplan wordt geëvalueerd.