De productie van bouwrijpe grond is per definitie risicovol. De investeringen liggen in de tijd soms ver voor de opbrengsten en de toekomstige markt voor bouwrijpe grond is moeilijk voorspelbaar. Om de risico’s zoveel mogelijk te beperken, wordt per project minimaal eenmaal per jaar een risicoanalyse uitgevoerd. Waar mogelijk worden bij de belangrijkste risico’s beheersmaatregelen getroffen. Het resterende risico wordt per project berekend en bedraagt voor 2022 in totaal € 6,3 miljoen.
Bij de resultaatbestemming wordt voorgesteld de risicobuffer per 31-12-2021 te verlagen van € 7,1 miljoen naar € 6,3 miljoen. Bij de woningbouw doen de risico’s zich vooral voor bij Laarveld fase 4. Het betreft met name onzekerheid rondom de per 1-1-2022 verhoogde grondprijzen van Laarveld fase 4. Onduidelijk is de uitwerking van de recente mondiale geopolitieke ontwikkelingen op de nog te realiseren grondprijzen in Laarveld fase 4. Daarnaast is er nog een kans opgenomen omtrent het nog vast te stellen uitgifteprogramma van Laarveld fase 4. Bij de bedrijventerreinen zitten de risico’s vooral in Kampershoek 2.0. Hier wordt met name geld gereserveerd voor tegenvallers in grondverkopen en exploitatiebijdragen. Overall wordt voor zowel de woningbouw- als bedrijventerreinen een risicobedrag aangehouden voor onvoorziene investeringen of tegenvallende plankosten.
Grafiek 3